Over mij

Mijn foto
Columnist Dagblad van het Noorden. Schrijver. Mailen kan op: rosa@rosatimmer.nl

zaterdag 10 november 2012

Memmen!


Ik ben mijn kledingkast aan het opruimen. Confronterend.

Niet alleen omdat er drie verschillende maten in mijn kast rondzwerven, ik zie ook dat ik tachtig verschillende stijlen heb verzameld. Zo heb ik naveltruitjes (dacht ooit dat dat mooi was) én tien coltruien. Die coltruien stop ik in een vuilniszak. Die heb ik namelijk nooit gedragen omdat het mooi was, ik droeg ze omdat ik bang was voor de mening van anderen.

Dat was niet zonder reden. Jarenlang kon ik nergens binnenkomen zonder tien paar ogen op mijn borsten te voelen branden. Ik dacht dat aan mijn kledingstijl lag, dus ging ik me bedekken. Alleen wist ik toen nog niet dat grote borsten nou eenmaal nergens in verdwijnen, al helemaal niet in een coltrui.

Zo’n hooggesloten geval accentueert juist alle rondingen. Ik verborg mezelf in sjaaltjes, kettingen, en droeg zelfs bh’s die de boel platdrukten. De zogenaamde ‘minimizer bra’s. Ze bestaan écht. 

Gek genoeg hebben mensen helemaal geen schaamte om iets over iemands borstomvang te zeggen. De stroom quotes is eindeloos. Van het simpele: ‘Wat een voorgevel’ tot het allerverschrikkelijkste: ‘Als je IQ net zo hoog is als je cupmaat ben je echt slim.’

Alsof het mijn schuld is dat ik borsten heb. Ik zou nooit iets zeggen als iemand een wrat heeft of een bierbuik. Ik vind dat nogal onbeschoft. Maar als het om borsten gaat, verliezen mensen elk gevoel voor decorum.

Het werd zo erg dat ik een borstverkleining heb overwogen. Nu kan ik hypocriet zeggen dat mannen seksisten zijn, die vrouwen klein willen houden met deze opmerkingen. Maar dat is niet waar.
Zelfs een vriendin plaatst onder foto’s van mij op Facebook constant opmerkingen als ‘Memmen!’, ‘Tieteh’, ‘Meloenen!’ Ze schrok toen ik zei dat ik dat eigenlijk niet zo aardig vond.

Meestal komt juist het éérste commentaar van een vrouw. Dat lijkt de toestemming die mannen nodig hebben om ook iets over mijn figuur te zeggen.

Dus vrouwen, ik stel voor dat we zelf het goede voorbeeld geven en weigeren elkaar te veroordelen om iets onschuldigs als een decolleté. Dan volgt het zwakke geslacht vanzelf.

Deze column verscheen eerder in Dagblad van het Noorden

vrijdag 9 november 2012

Cliffhanger


Er is iets waar ik mee zit. De tv- en filmindustrie verpesten mijn plezier. Nee, nu komt er geen filosofische verhandeling over de ultieme low-culture die op tv hoogtij viert (ik noem zomaar wat, Barbie’s baby). Het gaat om iets simpels.

Promo’s van tv-programma’s verklappen tegenwoordig alles wat er de komende aflevering gaat gebeuren. Bij The Voice zie je in een flits al welke familie juicht en welke kandidaat dus door is. Bij de Modepolitie waar het draait om ‘verrassende’ make-overs zie je ineens tussendoor al beelden van het resultaat. Maar het allerergste vond ik die keer dat ik de Bachelor volgde. Een knappe man moest een verloofde kiezen uit honderden vrouwen. Voor het drie maanden durende programma van start ging, liet RTL in een voorfilmpje de stem horen van het meisje dat uiteindelijk gekozen werd: Karin. Na aflevering 1 wist ik welk gezicht daar bij hoorde en kon ik stoppen met kijken. Fijn.

In de bioscoop trek ik bij de voorfilmpjes mijn capuchon over mijn ogen. Als ik wél kijk, hoef ik een jaar niet naar de film. Waar de trailers vroeger met een zware mannenstem werden ingesproken, je achterlatend met een ongelofelijke cliffhanger, waardoor je de meest achterlijke films wel moest zien om je nieuwsgierigheid te stillen. Is daar nu een compilatie van minstens acht minuten waarbij je alle hoogtepunten en het eind al ziet.

Ik snap het niet. Ik was vroeger iemand die tot op de laatste minuut nooit wist wie het gedaan had. Heerlijk. Tenzij het me voorgezegd werd. Die taak nam mijn beste vriendin op zich. Later legde ik haar een spreekverbod op.
Dus programmamensen, als dit zo doorgaat kijkt niemand straks nog tv. Ik wil mijn beloofde verrassingen terug. Anders komt jullie eind ook héél snel in zicht. Ik denk, ik zeg het maar alvast.

Deze column verscheen eerder in Dagblad van het Noorden

Negeren


‘We hebben nooit iets gemerkt.’

De directeur van de school over Tim Ribberink, de jongen die vorige week zelfmoord pleegde omdat hij zijn leven lang gepest werd. Ik kan me zo verschrikkelijk ergeren aan zulke uitspraken.

Ik werd ook gepest. Niets bijzonders meer, duizenden kinderen worden dagelijks geterroriseerd. Dat is de harde waarheid. En ook bij mij was er zogenaamd niemand die iets merkte. De lerares zat er een meter vanaf toen een jongen mij ‘hoer’ noemde (moet je nagaan, ik was 8), maar toch had ze niks gehoord. Een overblijfvrouw was onze tafeltjes aan het schoonmaken toen een meisje mij een stomp gaf. Niks gezien. En zo ging het maar door.

Erger: docenten deden zelf mee. Ze lachten om vieze tekeningetjes die de pesters van andere kinderen maakten. Of gaven de tip: ‘gewoon negeren.’ Het slechtste advies dat er bestaat. Het geeft de boodschap af dat je maar moet accepteren dat je gepest wordt. En dat zij er niks aan gaan doen. Alsof je de moeite niet waard bent.

Tot Bram, notabene een invaldocent, hier korte metten mee maakte. Na vijf minuten nam hij me apart. ‘Is er iets dat je wilt vertellen?’ En Bram was kordaat. Een kwartier later stonden de ouders van de pesters in de klas en begon hij een vurig betoog.
‘Desiree, Felicia en Nella. Denk nooit dat jullie stoer zijn, pesten is iets voor bange kinderen. Er is niks heldhaftigs aan.’
Daarmee hield het terroriseren gewoon op. Dat kan dus.

En dat is mijn boodschap: negeer het niet. Docenten hebben wel degelijk een grote invloed op de sfeer en die macht moeten ze positief gebruiken. Houd de ogen open, heb een goed verhaal en stop deze ellende. Als Bram het kan na vijf minuten, dan kan iedereen het.
Want pesten mág je niet negeren.

Deze column verscheen eerder in Dagblad van het Noorden.