Over mij

Mijn foto
Columnist Dagblad van het Noorden. Schrijver. Mailen kan op: rosa@rosatimmer.nl

dinsdag 7 mei 2013

Hufters, boeren en gladjakkers


Het werd tijd voor een eigen auto. Op mijn autojacht leerde ik drie soorten handelaars kennen. Natuurlijk is er de gladjakker. De verkoper die eerst de vrouw een hand geeft, je een cappuccino aanbiedt en passant vraagt of je jurk van zijde is. De auto is een ‘geweldig model’, ‘ betrouwbaar en toch sexy op het schoolplein’.

Tadaa!
Hoewel ik de verkoopkunsten van de gladjanus bewonder, heb ik het gevoel dat ik in de val word gelokt. Dat je binnen een kwartier duizenden euro’s uitgeeft en er op de terugweg achterkomt dat je niet eens om garantie hebt gevraagd, dat werk.

Het andere uiteinde van het spectrum: de tweedehandsautohandelaar. De verkoper geeft je de sleutel om een proefrit te maken en je zoekt het verder zelf maar uit. Voor kletspraatjes ben je hier aan het verkeerde adres. Vriend vroeg: ‘Wat is het voordeel van deze ten opzichte van die ernaast staat?’ Verkoper: ‘Kilometerstand.’ Dat was het. Ik hou daar wel van.

Tot slot zijn er de hufters. Ik zei dat het gaspedaal iets doorgetrapt was. Hij draaide met zijn ogen en zuchtte: “Dat kun jij helemaal niet weten.” Daarna begon hij te lachen. Mijn vriend lachte glazig mee. Ik kookte van woede.
Direct zei ik: ‘Nou, ik ben eruit!’ De verkoper keek me beduusd aan. ‘Ik hoef hem niet’, zei ik gedecideerd.  

‘Wat gaat hier verkeerd?’ probeerde hij nog wanhopig. 
‘Ach ja, het moet ook goed voelen, zo gaat dat nou eenmaal bij vrouwen’ , glimlachte ik. 
Ik mag dan niks van techniek weten, mijn zakeninstinct is goed. Ik koop niks van klootzakken.

Een dag later hebben we bij de buren van het type ‘zoek-het-maar-uit’ een auto gekocht. Ik ben er expres nog drie rondjes mee langs zijn deur gereden. En ik heb gezwaaid. Autohandelaren opgelet: een auto verkoop je aan een vrouw, zelfs als hij voor de man is.

Controlhemd

Reden noodzaak controlhemd.

We staan met zijn vieren voor de spiegel. We gaan uit. Julia: "Onder deze jurk moet ik mijn controlhemd aan." Lela kijkt naar het jurkje. "Misschien is dat mooier" Ik: "Wat is een controlhemd?" Lela en Hera barsten in lachen uit. Ze trekken tegelijkertijd hun shirts omhoog. Een loeistrakke zwarte top komt tevoorschijn. Een hemd dat alles in vorm drukt. Meteen begin ik aan mezelf te twijfelen. Moet ik? "Ja. Jij hebt dit ook nodig", beantwoordt Lela mijn blik streng. "Het staat veel beter, geen kwabjes."

Gelukkig heeft Hera een extra hemd bij zich voor mij. De top is zo strak dat ik hem via mijn benen aan moet trekken. Het veroorzaakt een oponthoud van een kwartier omdat het hemd vast zit op mijn heupen. Maar, zo verzekeren mijn vriendinnen me: alles beter dan dat het hemd op je borsten blijft hangen. "Dat voelt als een tiet tussen de deur", zegt Lela. Ik neem het advies ter harte.
Dertig minuten later heb ik het hemd aan. Ik lijk echt twee maten slanker. Mijn broek kan weer normaal dicht en mijn lovehandles zijn verdwenen. Cool.
Ik voel me prachtig in de stad.

Maar als ik na het uitgaan thuis kom, gebeurt er iets wat ik niet kon bevroeden. In beschonken toestand probeer ik het controlhemd toch over mijn hoofd uit te trekken in plaats van over mijn heupen. Helaas had ik het licht in de slaapkamer uit gelaten omdat ik mijn vriend niet wilde wekken. Het noodlot treft me: halverwege zit het hemd vast op mijn borsten en mijn hoofd. Ik zie niks meer en knal met mijn kop tegen de kastdeur. Vriend wordt wakker, ziet een gemaskerd persoon in de donkere slaapkamer en krijgt de schrik van zijn leven. "Inbreker!", schreeuwt hij terwijl hij met de lampenkap op me af komt. De chaos is compleet.

Ik draag nooit meer een controlhemd. 

zaterdag 10 november 2012

Memmen!


Ik ben mijn kledingkast aan het opruimen. Confronterend.

Niet alleen omdat er drie verschillende maten in mijn kast rondzwerven, ik zie ook dat ik tachtig verschillende stijlen heb verzameld. Zo heb ik naveltruitjes (dacht ooit dat dat mooi was) én tien coltruien. Die coltruien stop ik in een vuilniszak. Die heb ik namelijk nooit gedragen omdat het mooi was, ik droeg ze omdat ik bang was voor de mening van anderen.

Dat was niet zonder reden. Jarenlang kon ik nergens binnenkomen zonder tien paar ogen op mijn borsten te voelen branden. Ik dacht dat aan mijn kledingstijl lag, dus ging ik me bedekken. Alleen wist ik toen nog niet dat grote borsten nou eenmaal nergens in verdwijnen, al helemaal niet in een coltrui.

Zo’n hooggesloten geval accentueert juist alle rondingen. Ik verborg mezelf in sjaaltjes, kettingen, en droeg zelfs bh’s die de boel platdrukten. De zogenaamde ‘minimizer bra’s. Ze bestaan écht. 

Gek genoeg hebben mensen helemaal geen schaamte om iets over iemands borstomvang te zeggen. De stroom quotes is eindeloos. Van het simpele: ‘Wat een voorgevel’ tot het allerverschrikkelijkste: ‘Als je IQ net zo hoog is als je cupmaat ben je echt slim.’

Alsof het mijn schuld is dat ik borsten heb. Ik zou nooit iets zeggen als iemand een wrat heeft of een bierbuik. Ik vind dat nogal onbeschoft. Maar als het om borsten gaat, verliezen mensen elk gevoel voor decorum.

Het werd zo erg dat ik een borstverkleining heb overwogen. Nu kan ik hypocriet zeggen dat mannen seksisten zijn, die vrouwen klein willen houden met deze opmerkingen. Maar dat is niet waar.
Zelfs een vriendin plaatst onder foto’s van mij op Facebook constant opmerkingen als ‘Memmen!’, ‘Tieteh’, ‘Meloenen!’ Ze schrok toen ik zei dat ik dat eigenlijk niet zo aardig vond.

Meestal komt juist het éérste commentaar van een vrouw. Dat lijkt de toestemming die mannen nodig hebben om ook iets over mijn figuur te zeggen.

Dus vrouwen, ik stel voor dat we zelf het goede voorbeeld geven en weigeren elkaar te veroordelen om iets onschuldigs als een decolleté. Dan volgt het zwakke geslacht vanzelf.

Deze column verscheen eerder in Dagblad van het Noorden

vrijdag 9 november 2012

Cliffhanger


Er is iets waar ik mee zit. De tv- en filmindustrie verpesten mijn plezier. Nee, nu komt er geen filosofische verhandeling over de ultieme low-culture die op tv hoogtij viert (ik noem zomaar wat, Barbie’s baby). Het gaat om iets simpels.

Promo’s van tv-programma’s verklappen tegenwoordig alles wat er de komende aflevering gaat gebeuren. Bij The Voice zie je in een flits al welke familie juicht en welke kandidaat dus door is. Bij de Modepolitie waar het draait om ‘verrassende’ make-overs zie je ineens tussendoor al beelden van het resultaat. Maar het allerergste vond ik die keer dat ik de Bachelor volgde. Een knappe man moest een verloofde kiezen uit honderden vrouwen. Voor het drie maanden durende programma van start ging, liet RTL in een voorfilmpje de stem horen van het meisje dat uiteindelijk gekozen werd: Karin. Na aflevering 1 wist ik welk gezicht daar bij hoorde en kon ik stoppen met kijken. Fijn.

In de bioscoop trek ik bij de voorfilmpjes mijn capuchon over mijn ogen. Als ik wél kijk, hoef ik een jaar niet naar de film. Waar de trailers vroeger met een zware mannenstem werden ingesproken, je achterlatend met een ongelofelijke cliffhanger, waardoor je de meest achterlijke films wel moest zien om je nieuwsgierigheid te stillen. Is daar nu een compilatie van minstens acht minuten waarbij je alle hoogtepunten en het eind al ziet.

Ik snap het niet. Ik was vroeger iemand die tot op de laatste minuut nooit wist wie het gedaan had. Heerlijk. Tenzij het me voorgezegd werd. Die taak nam mijn beste vriendin op zich. Later legde ik haar een spreekverbod op.
Dus programmamensen, als dit zo doorgaat kijkt niemand straks nog tv. Ik wil mijn beloofde verrassingen terug. Anders komt jullie eind ook héél snel in zicht. Ik denk, ik zeg het maar alvast.

Deze column verscheen eerder in Dagblad van het Noorden

Negeren


‘We hebben nooit iets gemerkt.’

De directeur van de school over Tim Ribberink, de jongen die vorige week zelfmoord pleegde omdat hij zijn leven lang gepest werd. Ik kan me zo verschrikkelijk ergeren aan zulke uitspraken.

Ik werd ook gepest. Niets bijzonders meer, duizenden kinderen worden dagelijks geterroriseerd. Dat is de harde waarheid. En ook bij mij was er zogenaamd niemand die iets merkte. De lerares zat er een meter vanaf toen een jongen mij ‘hoer’ noemde (moet je nagaan, ik was 8), maar toch had ze niks gehoord. Een overblijfvrouw was onze tafeltjes aan het schoonmaken toen een meisje mij een stomp gaf. Niks gezien. En zo ging het maar door.

Erger: docenten deden zelf mee. Ze lachten om vieze tekeningetjes die de pesters van andere kinderen maakten. Of gaven de tip: ‘gewoon negeren.’ Het slechtste advies dat er bestaat. Het geeft de boodschap af dat je maar moet accepteren dat je gepest wordt. En dat zij er niks aan gaan doen. Alsof je de moeite niet waard bent.

Tot Bram, notabene een invaldocent, hier korte metten mee maakte. Na vijf minuten nam hij me apart. ‘Is er iets dat je wilt vertellen?’ En Bram was kordaat. Een kwartier later stonden de ouders van de pesters in de klas en begon hij een vurig betoog.
‘Desiree, Felicia en Nella. Denk nooit dat jullie stoer zijn, pesten is iets voor bange kinderen. Er is niks heldhaftigs aan.’
Daarmee hield het terroriseren gewoon op. Dat kan dus.

En dat is mijn boodschap: negeer het niet. Docenten hebben wel degelijk een grote invloed op de sfeer en die macht moeten ze positief gebruiken. Houd de ogen open, heb een goed verhaal en stop deze ellende. Als Bram het kan na vijf minuten, dan kan iedereen het.
Want pesten mág je niet negeren.

Deze column verscheen eerder in Dagblad van het Noorden.

vrijdag 28 september 2012

De schuld

 Ik zie flessen vliegen. Haren, die ene nacht. Er zijn slimmere ideeën. Maar ja, mijn vriend en ik zijn journalisten en van nature ziekelijk nieuwsgierig. We moeten wel.

Als we uitstappen kijken we even om naar onze glanzende Audi TT. Hij staat er op zijn minst provocerend. Ik maak een foto van een auto die ernaast staat. Alle ruiten ingeslagen.

Dan pakt vriend zijn camera. Jongens beginnen te joelen. ‘Hij is van de tv, ik wil niet op film.’ Dat doen ze vaker, terwijl ze ondertussen recht voor de lens gaan staan (logica), en meestal is dat best grappig. Vandaag niet. Omdat het begeleid gaat met zinnen als: ‘Pas maar op, er is al iemand van de NOS omgekomen.’

Gelukkig kan ik door mijn rijke versierverleden zelfs met de grootste idioten een gesprek voeren, dus doe ik dat maar. Als bliksemafleider, want vriend probeert wat te filmen. Dat gesprek gaat dan ongeveer zo. Jongen: ‘He camera, flikker op camera.’ Ik: ‘Jeetje wat een mooie honkbalknuppel heb jij zeg.’ Jongen: ‘Ja we komen live op CNN vanavond, wij hebben bushokjes gesloopt, alles. Machtig mooi.’ Daarna loopt hij met een brede grijns weg ondertussen mompelend naar zijn mede-idioot: ‘Mooi vrouwtje heeft die cameraman hoor, leuk.’

We komen langs een stilstaande bus. Tientallen jongens slaan met knuppels op de bus in. Overal vliegt glas. De buschauffeur zit er nog in. Ik wil niet weten hoe.

De volgende dag is er discussie. Haren is de schuld van de media. Dacht ik het niet.
Ik stel me zo voor dat de relschoppers met een bakje chips voor de tv zitten en zich rot lachen. Lekker makkelijk.

Als de media dan zo machtig zijn, laten we het dan goed doen. We roepen alle relschoppers op naar het ziekenhuis te gaan en een nier af te staan. Moet lukken.


woensdag 11 juli 2012

‘Ik wilde hem alleen maar op afstand houden’


GRONINGEN ‘Ik heb nooit gewild dat het zo zou lopen.’ Vandaag stond in de rechtbank van Groningen een vrouw terecht voor het neersteken van haar achterneef. Er kwam veel pers op af, want zoiets gebeurt niet vaak. Vrouwen zijn ruim in de minderheid als het gaat om het plegen van misdrijven.
Grote oorringen, een shirt met luipaardprint en laarzen tot haar knie. Met rechte rug loopt Jenelle de meervoudige strafkamer van de rechtbank in Groningen binnen. Als verdachte. In de nacht van oud en nieuw waren bij haar de stoppen doorgeslagen toen haar dochter thuiskwam met het verhaal dat ze was geslagen. In een vlaag van woede stormde ze naar buiten om verhaal te halen. Een half uur later lag haar achterneef in de ambulance.
‘Als een vrouw een geweldsdelict pleegt, is dit vaker gerelateerd aan huiselijke omstandigheden’, zegt Ria Wolleswinkel onderzoeker en universitair hoofddocent recht in Maastricht. ‘Bijvoorbeeld als er geweld in huis is, gericht op haarzelf of haar kinderen en dat ze terugslaat.’ Uit cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek blijkt dat vrouwen 14,5 procent van het totaal aantal geweldsdelicten in 2010 op hun geweten hebben. Van het totaal aantal misdrijven namen vrouwen 21 procent voor hun rekening.
Infographic: Simone Tukker



Piek
Er is bij beide seksen op verschillende momenten in het leven een piek te zien wat betreft het plegen van misdrijven. Mannen pieken in hun jonge jaren. ‘Zodra ze een gezin krijgen, houden de misdrijven zo’n beetje op’, zegt Wolleswinkel. Bij een vrouw is dit juist andersom. ‘Vrouwen begaan vaak pas op latere leeftijd een misdrijf. Als ze al kinderen hebben. Zij worden juist door de situatie in het gezin daartoe gebracht.’
Vaak gaat het om armoede in het gezin, waardoor de vrouw zich genoodzaakt voelt om te stelen of een drugstransfer te doen. Wolleswinkel: ‘Bij mannen is er ook meer variatie in de misdrijven, en het zijn vaker geweldsdelicten.’
Gif
Maar ook vrouwen kunnen behoorlijk creatief zijn. Zo herinnert Rob Zijlstra, al tien jaar rechtbankverslaggever in de rechtbank van Groningen, zich een vrouw die haar echtgenoot wilde vergiftigen. ‘Ze had bloedverdunners door zijn toetje gedaan. Die man bloedde van binnen leeg. Hij heeft het maar net overleefd.’

Vaak worden vrouwen hiertoe gedreven door problemen uit hun jeugd. Zo was er Gerda. ‘Haar vader had haar misbruikt en haar opa ook. Later heeft ze haar man afgeslacht. Het hele huis zat onder het bloed.’
Schuldbesef
Jenelle handelde in een waas terwijl ze dronken was. Ze zegt in de rechtbank: ‘Als ik niet dronken was, was dit nooit gebeurd.’ Ze heeft al hulp gezocht bij een psycholoog en volgt een agressietraining voor borderliners.
‘Vrouwen hebben altijd meer schuldbesef’, zegt Chris Klomp, al tien jaar rechtbankverslaggever. ‘En daar is de rechtbank wel gevoelig voor. Daarom heb ik het idee dat ze vaker wegkomen met een werkstraf.’ Rob Zijlstra: ‘Wat je net zag met Jenelle is vrij uniek. Ze is een van de weinigen die niet begon te huilen. Sommige vrouwen kunnen door hun gesnik geen woord meer uitbrengen.’ Klomp: ‘Ze zetten zichzelf vaak neer als een slachtoffer.’
Kinderen
De situatie van de kinderen van een verdachte moet vaker worden meegenomen in het strafproces, zegt Wolleswinkel. ‘Het is voor kinderen heel wrang als ze gescheiden worden van hun ouders. Ik vergelijk het met de situatie van kinderen met gescheiden ouders. Ik pleit ervoor dat dat meegenomen wordt in de strafbepaling.’
Klomp denkt dat er al rekening wordt gehouden met vrouwen die een gezin hebben. ‘Ze krijgen volgens mij minder vaak een gevangenisstraf. Ze moeten toch voor de kinderen zorgen.’ Dat is niet te zien aan de eis van justitie, zegt Rob Zijlstra. ‘Maar ik weet nog wel dat een vrouw iemand met glas in het gezicht had gesneden. Er werd dertig maanden geëist en ze kwam weg met een werkstraf.’
Tijdens de zitting zegt Jenelle dat ze overal aan wil meewerken, als ze maar niet de gevangenis in hoeft. Ze heeft zes kinderen. ‘Ik wilde hem alleen op afstand houden omdat ik me bedreigd voelde. Ik heb nooit gewild dat het zo zou lopen.’
Tegen Jenelle is een voorwaardelijke straf van 2 maanden geëist. De uitspraak volgt over twee weken.
*De naam van Jenelle is gefingeerd
Dit verhaal publiceerde ik eerder op de website HIER van de master Journalistiek.
21-06 
http://hier.elementweb.nl/2012/06/21/ik-wilde-hem-alleen-maar-op-afstand-houde/