Over mij

Mijn foto
Columnist Dagblad van het Noorden. Schrijver. Mailen kan op: rosa@rosatimmer.nl

maandag 9 augustus 2010

Soesje


Ik heb heel lang gedacht dat ze het over een soesje hadden. Ik zat net in groep drie en was nogal wereldvreemd. Een ‘Romy’ moest in mijn beredenering wel iets met slagroom zijn. Steeds vaker werd het woord in de klas genoemd, en ik bleef maar wachten op dat soesje. Het kwam niet, want ineens stond ze voor me: “Hallo ik ben Romy, kom maar met mij mee, we gaan een dansje bedenken.”


Ze redde me uit de klauwen van Mirthe, die altijd eeuwig over haar wonder van een pleegbroertje liep te emmeren. “Hij mag zijn papa en mama op zondag zien en soms op zaterdag en in de oneven weken mag hij een bakje snoep.” Afijn, ik treurde niet meer om de soes. Ze was ontzettend lief, kwam altijd op voor de mensen die gepest werden en als ze eenmaal je vriendin was, zat je goed.


Ineens keek iedereen ook naar mij, kreeg ik een vriendje met rood haar − die fetisj is nooit meer overgegaan! − en kreeg ik elke dag een tekening met harten van haar.Romy leerde mij wat vriendschap is: vriendinnen zijn belangrijker dan jongens, je komt voor elkaar op als juf Maria je ervan beticht dat je de verkeerde letter terug in de letterzak hebt gegooid – “Maar die S is toch bijna een Z” – riep Romy een keer verontwaardigd voor mij –, en een grote hobbel: altijd je snoepjes delen.


Ik bleef beduusd achter toen Romy een nieuwe vriendin kreeg, Jenny. Daarna ging het snel, Romy ging roken − terwijl we eerst altijd mijn broers sigaretten in de vijver dompelden −, ze sloeg een klas over en ik verloor haar uit het oog. Maar mijn warme gevoel voor haar bleef.


Afgelopen week overleed haar moeder. Ik twijfelde of ik naar de crematie zou gaan. Het is nogal wat, na dertien jaar. De dag voor de crematie liep ik de Jumbo in en ineens hoorde ik: “Rosaaaa!” Daar stond ze, met rozen in haar hand. Ze gaf me een knuffel zoals vroeger. En zei met roodbetraande ogen: “Dit is een teken.” En ik weet het ook zeker: haar moeder heeft dit van bovenaf geregisseerd.

Intervention



“Ik wil stoppen met mijn studie.” Mijn ouders kijken me met grote ogen aan. Ik begin te huilen. Mijn vaders stemming houdt het midden tussen suïcide en moorddadigheid. Ik krimp verder ineen. “Werken lijkt me beter, dit lukt niet”, snik ik erachter aan. Moeder wendt haar hoofd kort af. Dan zegt ze het allerergste: “Wat wil je dan gaan doen? Wil je dan in de tamponfabriek gaan werken net als ik vroeger?” Plots herinner ik me dat zij nooit de kans had om te studeren. Te arm.


Sinds die confrontatie is alles anders: ik studeer. Dit semester ga ik zelfs voor zestig ec. Gekkenwerk, maar ik heb me voorbereid. Ik heb drie banen opgezegd, mannen de laan uitgestuurd en ik ga nauwelijks uit. Prachtig nieuws toch? Nee dus. Mijn vriendinnen die me vaak aanspraken op mijn ec-loze leven – “jij doet eigenlijk niks” − en mijn drinkgedrag – “je bent alcoholist” − zijn radicaal omgedraaid. Ze maken zich grote zorgen.


Ik weet dat mannen denken dat meisjes onder elkaar alleen maar kussengevechten houden in piepkleine stringetjes, maar onze hoofdactiviteit is iets heel anders: het bemoeien. Als ik te weinig studeer, slaan vriendinnen me met hun huis-tuin-en-keukenpsychologie om de oren, als ik te veel studeer is het ook allemaal een bevlieging.“Rosa moet die studie relativeren”, was het commentaar van Davina toen ik een keer niet kon komen, omdat ik met een projectgroepje had afgesproken.


Liesje belde mij later die week blij op: “Je kunt een jaar extra stufi krijgen”. Een grote lach op mijn gezicht. Liesje: “Dan hoef je nu ook niet zo hysterisch te studeren, het wordt je te veel.” Met een andere vriendin had ze het er al even over gehad, die vond het ook niet normaal dat ik op woensdagavond niet uit wilde. Als klap op de vuurpijl belde mijn bloedeigen moeder op, terwijl ze wist dat ik tegen een deadline aanzat. Of ik een dagje kon shoppen. Allemachtig. Gaan ze nu een intervention doen omdat ik te véél studeer? Eigenlijk kun je het nooit goed doen. Mijn eerste acht is inmiddels binnen. Moge deze psychose lang duren.