Er is heel wat veranderd aan dagje winkelen. Kon ik vroeger eindeloos aan de hand van mijn oppas door de winkelstraat dwalen terwijl we ongestoord over de zin van het leven kletsten (de Spice Girls), nu moet ik slalommen door de stad.
Want vanaf de Hema loop je een hinderlaag van witte, rode en zwarte jasjes van respectievelijk het Wereld Natuur Fonds, het Rode Kruis en de ECI. Wachtend op een nietsvermoedend slachtoffer.
Halverwege de straat, staat de dieet-Taliban. Iedereen met meer dan maat 36 wordt eruit gepikt. Zo werd ik verplicht met mijn 1.80 meter en 67 kilo op een weegschaal te gaan staan ook al ‘kon hij het zo al zien.’ Ik moest echt wat aan mijn vetpercentage doen volgens de zonnebankbruine man. En natuurlijk was het noodzakelijk zijn body balance-apparaat erbij te kopen.
Het maakt me paranoïde. Ik durf niemand meer gedag te zeggen uit angst dat ik dan voor mijn leven vastzit aan het redden van albinopanda’s. Lang geleden vroeg nog weleens iemand de weg als ie je aansprak, dat is ondenkbaar geworden.
Maar het allerergste vind ik wat me gisteren overkwam. Een aardige meneer bood mij breed lachend een zakje chocolade-eitjes aan. Fel zei ik: “Wat moet ik daarvoor doen? Krijg ik hier een religieus abonnement bij?” “Het is gewoon een aardigheidje ter gelegenheid van Pasen,” zei hij en ik begon me een beetje te schamen. Toch nog oprecht aardige mensen. Tot hij zei: “Maar in jouw geval zou ik na het eten van de eitjes nog wel even een halfuurtje gaan fitnessen.” Met volle mond en groot afgrijzen keek ik naar wat er op het zakje stond: 226 kcal = 30 min sporten. Met de groeten van sportschool Health Center. Vuile klerelijers.