“En dit is dus de keuken”, ik wijs trots naar mijn zelfbetaalde fornuis. De kijker kan zijn afkeurende blik niet verbergen als hij de aangekoekte plak ziet. “Ja,” antwoordt hij onhoorbaar. Ondertussen ben ik bang dat de muis nieuwsgierig wordt en sta ik angstvallig hard te stampen. “Het is een mooie houten vloer hè”, zeg ik er maar bij.
Hij moet minstens denken dat ik ADHD heb tegen de tijd dat ik hem de schuur laat zien. Ik zwaai ramen open “ook nog frisse lucht, fijn toch?”, trek overenthousiast aan de wc-hendel “kijk hij spoelt door!” en ga semi-ontspannen in de tuinstoel liggen “heeeerlijk.” Hij fronst een beetje en kijkt me cynisch aan: “Je weet dat het regent?”
Nee, de makelaarsrol is me niet echt op het lijf geschreven. Zodra de mogelijke huurder een geïnteresseerd begint te raken, zeg ik iets achterlijks. Iets als: “Natuurlijk is het wel duur”, waarna de kijker diep in zijn ziel voelt dat het waar is. En laatst had ik helemaal een dieptepunt in mijn verkooptechnieken. Er kwam een betrouwbare jongen langs die dolenthousiast na een paar minuten zei: “Ik neem het!” Het enige dat ik kon uitbrengen: “Weet je het zeker?” Wel heb je ooit zoiets doms gehoord van iemand die een huis probeert te verhuren?
Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan. Joost mag weten waarom ik hersens heb gekregen, ik gebruik ze op cruciale momenten toch niet.
Ondanks mijn slechte verhuurtactiek is het nu gelukt. Er hangen andere gordijnen voor het raam en er staan mannenschoenen in de gang. Er zijn feestjes waar de buren over kunnen klagen en waarbij mensen opnieuw met zijn achttienen op het bed eindigen. Heel veel is er op die plek dus niet veranderd. Maar ik? Ik heb alles achtergelaten voor een nieuw begin. En dat dát echt is wat ik wil, moet ik nu alleen nog even aan mezelf verkopen.
Heerlijk. ADHD? Is het nog gelukt; het aan jezelf te verkopen?
BeantwoordenVerwijderen